2287 km bedraagt de afstand van de Dutch locatie naar de wedstrijdlocatie in Sevilla waar van 25 t/m 28 juli 2019 het Europees clubkampioenschap drakenboot plaatsvond. En dan zijn de trainingskilometers die het Dutchteam (kleine boot, premier mixed) gedurende de voorbereiding aflegde nog niet meegeteld.
Acht maanden duurde die voorbereiding, waarin een allengs uitdunnende groep ambitieuze peddelaars – een team in wording, maar ook elkaars concurrenten voor een plekje in de boot – ontelbare kilo’s ijzer liftte, beduidend minder maar toch voldoende kilo’s lichaamsvet verbrandde en zoveel water verplaatste dat daarmee een neerslagtekort gecompenseerd zou kunnen worden. Voeg daarbij de dieetvoorschriften, waarvan de meest ingrijpende wel het alcoholverbod was, en ook de niet-ingewijde lezer begrijpt dat er offers gebracht zijn, die de draagkracht van het team tot het uiterste beproefden. In die barre dagen waren de woorden van de coach velen tot steun “Niet klagen maar dragen en bidden om kracht”.
Het resultaat? Een lean and mean allegaartje van een team, dat – beoordeeld naar uiterlijke verschijningsvorm – een zodanige variatie vertoonde dat niemand er een drakenbootteam in zou herkennen.
Was dat team ook opgewassen tegen de weersomstandigheden – een temperatuursprong van zo’n 20 graden – en de tegenstanders? Aan het woord is een willekeurige deelnemer, die zich rechtsachter schuil hield voor de kritische blikken van zijn teamgenoten:
Ach, het belangrijkste is toch geloof in eigen kunnen en focus in de boot. En dus namen we, met de heldhaftigheid van hen die de kracht van de tegenstander nog niet kennen, plaats op de harde bankjes voor onze eerste race, de 500 meter. “Maak het kort” bad de coach, alsof hem in een visioen een lijdensweg geopenbaard was. We maakten het kort, maar anderen maakten het korter. Na de winnaar, de runners up en de net-niet-runners up, waren we toch zeker the best of the rest. Een 13e plaats, waarmee we 1/3 van het deelnemersveld achter ons lieten. De finish is een prachtig doel, maar net iets te ver weg.
De volgende dag het ruige werk, de 2 km, met drie keerpunten. Door een speling van het lot startten we vanaf plek 1, om die niet meer af te staan. Op de meet hadden we alles gegeven, tot de laatste slag. Onze eindklassering moest niettemin worden uitgedrukt in dubbele cijfers: met plaats 11 op zak vertrokken we naar het hotelzwembad, naar de tapas en naar de 0.0.’s.
De slotafstand, de 200 meter, legden we zo snel af dat we niet meer dan 9 tegenstanders voor ons hoefden te dulden. Onze stuurman-coach wist het machtige drumgeluid te overtreffen en schreeuwde het team naar de meet. Het R-woord galmt nog na in mijn oren. Voor de leek: R staat voor ‘rotatie’ , een beweging die voor de stuwing van de boot essentieel is, maar die in het dagelijks leven alleen maar van nut is voor het nakijken van een ravissante passante en om op de fiets achteropkomend verkeer tijdig te spotten. In essentie een beweging voor waarnemers.
Roteren moet je leren, maar dat geldt ook voor evalueren. Net als wraak is evaluatie “a dish best served cold”. Als ik nu, een week na dato en na rijp beraad en koele overweging terugkijk, dan is het opeens niet meer zo belangrijk dat we onze liefste tegenstrever in Nederland over drie afstanden achter ons lieten. Daarvoor ondernamen we de reis niet.
Veel belangrijker is de bevinding dat het mogelijk bleek om in acht maanden van ruim een dozijn individuen een hecht team – zowel in als naast de boot – te smeden dat in staat was om op het juiste moment te pieken en om zijn beste races te varen op het toernooi waar alle inspanningen op gericht waren. Mission accomplished.