Het brandende kampeerbusje langs de Bosbaan, ter hoogte van de 500 meter startlijn, stond symbool voor, ja voor wat eigenlijk? Voor illusies die in rook opgingen? Of voor burning ambition?
Voor allebei: het was een dag van ups en downs voor de Dutch.
Om te beginnen: tel uw zegeningen, tel ze een voor een, tel ze alle en vergeet er geen… De Dutchjeugd won alles wat er in hun klasse maar te winnen viel en gaf op alle fronten ook volwassen boten partij. Het is al eerder gezegd: onze Nachwuchs is onze belofte voor de toekomst.
Dan de kleine boot, het A-team volwassenen. Zelfde liedje: won alles wat er te winnen viel en zou dus op alle onderdelen NK open klasse geweest zijn… Ware het niet dat een niet nader te noemen team door bureaucratische manoeuvres erin slaagde om de open klasse hors competition te doen verklaren. Niets gewonnen en toch kampioen worden; wie hou je dan voor de gek?
Tot slot het selectie-team. Het gehele jaar wisten de Dutch hun grootste rivaal, River Dragons, achter zich te houden, op alle afstanden. Tot 21 september. De traditioneel moeizame opening op de 500 meter bood nog alle kans op een succesvol vervolg, ook al gingen de Dutch niet met de snelste tijd door naar de volgende ronde. De 200 meter werd, in de aanloop althans, beduidend sterker gevaren. In de finales kwam aan alle illusies een einde: tweede op de 500 en, kantje boord, derde op de 200 meter. River sloeg een dubbelslag: klasse! Dat de starter er liberale opvattingen over het oplijnen op nahield – laissez faire, laissez passer – hielp ons niet, maar doet niet af aan de prestatie van de winnaars.
Dat kon, dat mocht voor de Dutch niet het einde zijn van een NK. Nadat de traantjes waren weggepinkt – Smoke gets in your eyes, nietwaar – zetten de Dutch nog eenmaal de afterburner aan, in de grote en in de kleine boot, en wonnen, met overmacht, het NK 2000 meter; alle frustraties werden omgezet in kilowatts. Het kan dus wel.